Nieuws (20-4-2025)
De PaasVlucht werd een hele mooie , perfecte omstandigheden met een NO wind werden de duiven om 9.30 gelost . Het waren de mannen uit Steggerda die ze als eieren in een doosje kregen vanaf 184 km . Een monster uitslag met bovendien 4 duiven in de top 10 afdeling hulde .
De hele top 10 met uitzondering van plek nummer 9 want daar wist grootmeester Adrie Kors zich te plaatsen was voor de Homma Brothers die er ook met de 30 eieren vandoor gingen ,Kors 20 en Gebroeders Boltjes 10 eieren , deze werden uitgereikt door bestuurslid Ruud vd Linden
De uitslag B Poule ( deze volgt nog )
Dan nu het verhaal van de winnares
Op Vleugels van Verlangen
Het geheime dagboek van 24-590 – de duivin die vloog voor de liefde
Vrijdag 18 april. Goede Vrijdag. Maar voor mij begon die dag met een bijna-zonde.
Het was namelijk weer zover: we mochten hém even zien. Hij, de enige echte, de doffer van mijn dromen. Een kras type – letterlijk én figuurlijk – met vleugels als satijn en ogen zo diep dat ik er een ei in kwijt zou kunnen. We hadden elkaar de hele week gemist, en de spanning bouwde zich op. Toen ik vrijdagmiddag even bij hem mocht, voelde ik m’n hartslag stijgen tot sprinttempo. Hij keek me aan, streelde mijn vleugel, snavelde langs m’n nek… en net toen ik dacht: dit wordt onze Goede Vrijdag, voelde ik de stevige handen van Ydo.
Hup! In de mand.
Tussen 63 andere duivinnen. Allemaal met hetzelfde tragische verhaal: net op het moment suprême uit de armen van hun geliefde gerukt, en op weg naar een nacht in een vrachtwagen. De sfeer was gespannen. De dames 785, 908 en 701 hielden zich geen moment stil. Ze zouden de koers hard maken, zeiden ze. Ze zouden de wind breken. Ze zouden het allemaal wel even regelen. Ik zei niets. Ik dacht alleen maar aan hém. En aan de tips van mijn halfzus Juna – de koningin van het luchtruim, 1 van de beste duiven ter wereld
“Vlieg slim, 590,” had ze tegen me gezegd tijdens onze laatste training. “Blijf uit de wind. Zoek de juiste rug. Niet op kop. Laat anderen de klappen opvangen. En… vlak voor Steggerda: demarreren als een bezetene.”
En: “Regel een plekje voorin de mand. Als je achterin zit, ben je bij de lossing kansloos.”
Dat laatste had ik dus gedaan. Een paar duwen met mijn staart, wat verenwerk, een strategisch hupje… en hop: mandpositie één. Lekker voorin. Klaar voor de strijd.
Vrijdagavond werden we naar de club gebracht – PV De Doorzetters in Steenwijkerwold. Daarna ging het de vrachtwagen in, op weg naar Luykgestel. Brabant. 184 kilometer van huis. De nacht was slapeloos. Niet alleen door de zenuwen, maar ook omdat 701 de hele tijd lag te fladderfluisteren over hoe haar doffer haar opwachtte met een vers takje klimop. Ugh.
Zaterdagochtend. Rond 9:00 uur werd het rumoerig rond de kar. Mannenstemmen. Het schuiven van luiken. Frisse lucht. Licht.
9:30. Het fluitje. En we gingen.
Een zwerm van 18.000 duiven schoot de Brabantse lucht in. Vleugels sneden door de wind. Lichaam tegen lichaam. Veren vlogen in je ogen. Ik bleef kalm. Juna’s stem in mijn hoofd: zoek de kopgroep, maar neem nooit de kop.
Tussen Eindhoven en Urk zag ik ze: 785, 908, 701. De zelfbenoemde “drie musketiers van de lucht.” Ze gaven er flink van langs, maar ik hield hun staartveren in het oog en volgde. Noordoostenwind vol in de snavel – het was bikkelen. Rond Urk werd het zwart voor m’n ogen. Spierpijn, dorst, vermoeidheid. Maar de gedachte aan hém hield me op de vleugels.
Bij Steenwijk voelde ik het: zij waren moe, ík had nog iets over.
De aanval.
Ik strekte m’n vleugels, perste alles eruit wat ik had, en vloog voorbij 908 (kuitkramp), 701 (verkeerde afslag bij Tuk) en zelfs 785 haar halfzus was de Mazati haas dus extra gemotiveerd voor de paasdagen (nog even taai, maar haar sprintgenen kwamen net tekort).
Over Willemsoord, langs de Weerribben, over het kanaal, de wind beukend in m’n rug. En toen zag ik het hok. Míjn hok. Míjn thuiskomst. Míjn doffer.
BIEP.
De antenne pikte me als eerste op. Geen twijfel. Geen discussie. De overwinning was voor mij.
Eerste bij De Doorzetters in Steenwijkerwold.
Eerste in het rayon.
Eerste in het hele vlieggebied.
En zelfs derde van alle 18.000 duiven.
Hij zat al te wachten. M’n doffer. Hij trilde van vreugde. Spreidde z’n vleugels. We vielen in elkaars armen, nee: vleugels. Geen Ydo die ons dit keer onderbrak. Alleen liefde. Pure, dierlijke, vliegende liefde.
Toen kwamen Elco en Ydo erbij. Ze straalden. Ze fluisterden over hoe bijzonder dit was. Over hoe trots ze waren. Over… dat ik nu eindelijk een naam verdiende.
Maar ja. Welke naam?
Vandaag wordt in Limburg ook gestreden. De Amstel Gold Race. En daar rijdt ergens op dit moment een vrouw – een bikkel, een tactisch wonder, een sprintende godin – naar de overwinning.
Mijn naam? Die komt.
Misschien heet ik straks wel Vosje.
Of Vollering.
Of wie weet… een naam die nog niet op het podium stond, maar straks wél in de geschiedenisboeken.
Dus beste broers Homma, hou vandaag de koers in de gaten.
Want zoals ik vloog voor de liefde… zo rijdt zij straks voor de eer.
En samen verdienen we een naam die blijft hangen in de lucht.